Broeden, Nazomeren en Trek
De lepelaars in Nederland broeden van eind maart tot en met eind juli. Ze leggen 3-4 eieren, maar van de kuikens die daar uit komen wordt er meestal maar 1 groot. De juveniele lepelaars blijven nog een tijdlang bij de ouders, bedelend om voedsel en om te leren foerageren. Vanaf augustus verspreiden de lepelaars zich over Nederland. Grote groepen van 300-800 vogels zijn dan bijvoorbeeld in de Lauwersmeer en op een aantal hoogwatervluchtplaatsen te zien tot in september. Eind september zijn zo’n beetje alle lepelaars wel naar het zuiden vertrokken. Het grootste deel van de Nederlandse lepelaars trekt naar west Afrika, naar het waddengebied in Mauretanie en de Senegaldelta om te overwinteren. Zo’n 40 % blijft in Frankrijk, Spanje en Portugal.
Bron: http://www.werkgroeplepelaar.nl/over-de-lepelaar
Jonge Lepelaars zijn te herkennen aan de iets kortere, nog lichte snavels (bij adult zwart met beetje geel) en vooral aan de zwarte vleugelpunten. |
ONWEERSTAANBAAR TOCH !! |
NET ALS ALLE OUDERS WORDEN DE OUDERS VAN DE JONGE LEPELAARS OOK WEL IS GEIRRITEERD EN WAT IS ER MAKKELIJKER ALS JE VLEUGELS HEBT OM DE "VLEUGELS" TE NEMEN EN DAT DOEN ZE DAN OOK REGELMATIG , HIHI |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten