maandag 30 september 2013

AALSCHOLVERS en een BUIZERD

Aalscholver

De Aalscholver (Phalacrocorax carbo), ook wel scholver, scholverd, schollevaar of koolgans genoemd, is een tamelijk grote en opvallende vogel. De in West-Europa voorkomende aalscholver behoort tot de familie van de aalscholvers (Phalacrocoracidae), waarvan (afhankelijk van de geraadpleegde bron) 26 tot 42 soorten bekend zijn. Het zijn allemaal vrij grote  watervogels die voornamelijk van vis leven. Ze vormen met de genten, fregatvogels en slangenhalsvogels een eigen clade.

De Aalscholver is 80 tot 100 cm lang en heeft een spanwijdte van 121 tot 149 cm. De vogel is vrijwel geheel zwart, maar met een opvallende witte wang en een gele plek op de plaats van de aanhechting van de bek. De snavel is lang en voorzien van een haakvormige punt. In de broedtijd verschijnt er een witte "dijvlek".  De dij is anatomisch geen dij, maar het bevederde scheenbeen (tibia) van de vogel, waarop bij volwassen aalscholvers tussen februari en juni een witte vlek verschijnt. De aalscholver heeft zwemvliezen tussen de voortenen en kan dus zwemmen en hij vangt vis door te duiken.


Zijn voedsel bestaat uit levende vis, zoals voorn, baars, snoekbaars en paling. Hij eet dagelijks zeker 500 gram vis. Dit kan in de broedtijd oplopen tot 1000 gram per vogel als zij de zorg hebben voor een nest met drie halfvolgroeide jongen. Daarom wordt de Aalscholver door beroepsvissers wel beschouwd als een van de oorzaken van de achteruitgang van de palingstand, maar ieder wetenschappelijk bewijs daarvoor ontbreekt. Hoe dan ook, de 'waterraaf' is verre van populair bij vissers.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Aalscholver











Buizerd


De Buizerd (Buteo buteo) is een middelgrote tot grote roofvogel uit de familie van de Havikachtigen (Accipitridae). De buizerd komt voor in het grootste gedeelte van Europa en delen van Azië. Hij is een standvogel die in hetzelfde gebied overwintert waar hij broedt, op de koudste gebieden en enkele ondersoorten na. De vogel jaagt gebruikelijk in open land, maar nestelt in bosranden. Normaal gesproken bestaat de prooi van een buizerd voornamelijk uit kleine zoogdieren, reptielen en vogels, maar hij doet ook dienst als aaseter.
Eind 20e eeuw is het buizerdbestand in de Benelux ongeveer verdrievoudigd ten opzichte van de jaren zestig. In Nederland is er sprake van ruim 10.000 broedparen.

De roep van de buizerd klinkt als een gerekt klagend gemiauw. Wanneer men een nest nadert, beginnen de buizerds opgewonden en miauwend boven de boomkruinen te vliegen. Dit gedrag heet in vogelaarstaal 'alarmeren'.
Bij buizerds bestaat een grote kleurvariatie, er zijn erg donker gekleurde exemplaren terwijl er ook zijn met een bijna witte onderkant. Het bovengedeelte is effen, terwijl aan de onderkant verschillende dwarsbanden getekend zijn. De staart van een volwassen buizerd heeft naast de donkere eindband nog 8-10 smalle donkere dwarsbanden. De spanwijdte van de vleugels is ongeveer 113 tot 128 cm. De totale lengte van kop tot staart is ongeveer 51 tot 57 centimeter.
Door de typische vlucht is de vogel gemakkelijk te herkennen; enkele vleugelslagen, kort zweven en dan weer een paar slagen. De buizerd is een uitgesproken langzame vlieger met zijn brede vleugels en de korte, brede staart. Vaak kan worden waargenomen dat een buizerd door een of meer kraaien, die in zekere zin zijn voedselconcurrenten zijn, wordt weggejaagd.


Een cirkelende Buizerd is te herkennen aan de lange en brede vleugels en aan de relatief korte, breed gespreide staart.

Mannetjes en vrouwtjes zijn alleen naast elkaar, bijvoorbeeld wanneer ze samen rondcirkelen te onderscheiden, waarbij het vrouwtje in de regel iets groter is dan het mannetje.












https://nl.wikipedia.org/wiki/Buizerd



















1 opmerking:

  1. Karla deze serie is weer prachtig en ook bedankt voor je uitleg. Lieve groeten, Dietmut

    BeantwoordenVerwijderen